Boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek (Wet Geens)

Wetgeving betreffende plantafstanden, overhangende takken en doorschietende wortels.

Op 30 januari 2020 werd in de Belgische kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp goedgekeurd houdende ‘Boek 3 Goederen van het Burgerlijk wetboek’. De invoering van het nieuwe boek goederen ging op 1 september 2021 in. Het betreft meer bepaald de artikelen 3.133 en 3.134 (zie hieronder) betreffende afstand tot perceelsgrens bij het planten van bomen en het recht om doorschietende wortels en takken te mogen snoeien.

Op 19 juni 2023 werd artikel 3.133 gewijzigd. Er werd er een uitzondering voorzien op het rooien en snoeien van bomen en beplantingen als die zich op het openbaar domein bevinden en waarde hebben voor het algemeen belang. Dit met terugwerkende kracht (tot 01/09/2021) en onmiddellijke ingang.

Even de feiten toegelicht

Art. 3.133. Afstanden van beplantingen

“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan of indien ze tot de openbare wegen, wateren en hun aanhorigheden behoren..."

De in het eerste lid bedoelde afstand bedraagt voor bomen die minstens twee meter hoog zijn, twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de andere bomen, struiken en hagen een halve meter. De nabuur kan de snoeiing of rooiing eisen van de beplantingen die op een kortere afstand zijn aangebracht, tenzij de rechter van oordeel is dat zulks rechtsmisbruik uitmaakt. De rechter houdt bij dat oordeel rekening met alle omstandigheden van het geval, met inbegrip van het algemeen belang.

De nabuur kan zich evenwel niet verzetten tegen de aanwezigheid van beplantingen die niet hoger reiken dan de afsluiting tussen de percelen. Gaat het in dat geval om een niet-gemene afsluiting, dan heeft de eigenaar het recht deze als steun voor zijn beplantingen te gebruiken.”

Art. 3.134. Overhangende takken en wortels

Indien een eigenaar van beplantingen waarvan de takken of wortels doorschieten over de perceel grens, nalaat de doorschietende takken of wortels te verwijderen binnen zestig dagen na een ingebrekestelling per aangetekende zending van de nabuur, kan deze laatste eigenmachtig, op kosten van de eigenaar van de beplantingen, deze takken of wortels weg snijden en zich toe-eigenen. Als de nabuur het doorschietende zelf wegsnijdt, draagt hij zelf het risico voor de schade die hij aan de beplantingen toebrengt. Hij kan eveneens eisen dat de eigenaar dit wegsnijdt, tenzij de rechter van oordeel is dat zulks rechtsmisbruik uitmaakt. De rechter houdt bij dat oordeel rekening met alle omstandigheden van het geval, met inbegrip van het algemeen belang. Het recht om de verwijdering te eisen, kan niet uitdoven door verjaring.

Vruchten die op natuurlijke wijze van de bomen op een aanpalend onroerend goed vallen, behoren toe aan degene die het genot van dit laatste onroerend goed heeft.”

Geschiedenis

Op 30 januari 2020 werd in de Belgische kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp goedgekeurd houdende ‘Boek 3 Goederen van het Burgerlijk wetboek’. De invoering van het nieuwe boek goederen ging op 1 september 2021 in. Het betreft meer bepaald de artikelen 3.133 en 3.134 (zie hieronder) betreffende afstand tot perceelsgrens bij het planten van bomen en het recht om doorschietende wortels en takken te mogen snoeien.

Oude tekst:

Art. 3.133. Afstanden van beplantingen

“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan"

Art. 3.134. Overhangende takken en wortels

"Indien een eigenaar van beplantingen waarvan de takken of wortels doorschieten over de perceel grens, nalaat de doorschietende takken of wortels te verwijderen binnen zestig dagen na een ingebrekestelling per aangetekende zending van de nabuur, kan deze laatste eigenmachtig, op kosten van de eigenaar van de beplantingen, deze takken of wortels weg snijden en zich toe-eigenen. Als de nabuur het doorschietende zelf wegsnijdt, draagt hij zelf het risico voor de schade die hij aan de beplantingen toebrengt. Hij kan eveneens eisen dat de eigenaar dit wegsnijdt, tenzij de rechter van oordeel is dat zulks rechtsmisbruik uitmaakt. De rechter houdt bij dat oordeel rekening met alle omstandigheden van het geval, met inbegrip van het algemeen belang. Het recht om de verwijdering te eisen, kan niet uitdoven door verjaring.Vruchten die op natuurlijke wijze van de bomen op een aanpalend onroerend goed vallen, behoren toe aan degene die het genot van dit laatste onroerend goed heeft.”

Bezwaren

Hierbij was vooral zorgwekkend dat, waar dit voorheen (onder het veldwetboek) een aangelegenheid betrof die enkel betrekking had op privaat nabuurschap, dit nu ook kon gelden voor het publieke domein. Hierdoor kwam de wettelijkheid van heel wat straatbomen in het gedrang en daarnaast zouden private eigenaars ook het recht krijgen om, bij werken op hun eigen perceel, de wortels van publieke bomen door te snijden. Door deze invoering van het nieuwe boek ‘goederen’ in het burgerlijk wetboek, werden de bepalingen in het veldwetboek over deze materie opgeheven.

Memories Grondwettelijk Hof

Een coalitie van middenveldorganisaties (Bond Beter Leefmilieu, BOS+, Centrum Duurzaam Groen vzw, Natuurpunt, Vereniging voor Openbaar Groen vzw, vzw Voetgangersbeweging/Infopunt Publieke Ruimte, vzw Trage Wegen en WWF) vroeg daarom aan het Grondwettelijk Hof om deze wetswijziging ongedaan te maken. Bomen op het openbaar domein moeten volgens de coalitie van middenveldorganisaties expliciet uitgezonderd worden van de burenregels over plantafstand overhangende takken en doorgroeiende wortels.

Naast de coalitie van middenveldorganisaties hebben ook zowel vzw Environnement Wallone als de Vlaamse Regering een bezwaar ingediend.

De vzw Environnement Wallonne is tussengekomen en vindt dat de bepalingen geen problemen opleveren omdat ze hoe dan ook niet van toepassing zouden zijn.

De Belgische Staat volgde in hoofdorde ook deze redenering.

De Vlaamse Regering volgde het beroep van de coalitie van middenveldorganisaties, onder voorbehoud van dezelfde bedenking.

‘Het is aangewezen dat er als Vlaamse Regering wordt tussengekomen in deze zaak en om aan het Grondwettelijk Hof een grondwetsconforme lezing van deze bepalingen te vragen door de bestreden artikels zo te interpreteren dat ze niet van toepassing geacht worden op het publieke domein.’

Het Grondwettelijk Hof deed een uitspraak op donderdag 21/10 in deze zaak met rolnummer: 7435 148/2021

Het Hof verwierp het beroep.

Parlementair initiatief

VVOG is fier u te mogen melen dat er eindelijk nieuwe rechtszekerheid is voor straat- en laanbomen, met onmiddelijke ingang. Onze gezamenlijke acties hebben gerendeerd! Op 31 mei werd in de commissie justitie een wetsvoorstel unaniem goedgekeurd tot wijziging van de wet van 4 februari 2020 "houdende boek 3 'Goederen' van het Burgerlijk Wetboek" en meer bepaald artikel 3.133,

teneinde in een uitzondering te voorzien op het rooien en snoeien van bomen en beplantingen als die zich op het openbaar domein bevinden en waarde hebben voor het algemeen belang.

In de plenaire zitting van de Kamer op donderdag 15 juni 2023 werd het Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, mits een kleine wijziging goedgekeurd. Deze wetswijziging strekt ertoe terug te keren naar de vroegere situatie, waardoor de rechter opnieuw meer beperkingen kan opleggen aan het rooien en snoeien van waardevolle bomen op het openbaar domein.

Wijziging Art. 3.133. Afstanden van beplantingen

“Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelgrens staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan of indien ze tot de openbare wegen, wateren en hun aanhorigheden behoren..."

Deze wetswijziging is van onmiddellijke toepassing op alle bomen en beplantingen, zowel de bestaande als de toekomstig aan te planten bomen en beplanting.

Opgelet, zij het met die beperking dus, dat de uitzondering geldig is rond openbare wegen, wateren en hun aanhorigheden en niet op alle openbare domeinen.

Art 3.134 Overhangende takken en wortels blijft integraal geldig.

VVOG wilt expliciet iedereen bedanken die mee gestreden heeft tegen deze afstandsregels beschreven in de wet van 4 februari 2020. Dank aan alle groenmedewerkers en schepenen die ons waakzaam hielden, dank aan het consortium van middenveldorganisaties die naar het Grondwettelijk Hof is gestapt, dank aan dit parlementair initiatief.

Zo zie je maar dat gezamenlijke initiatieven en verontwaardiging rendeert. We hebben misschien een paar jaar verloren, maar de aanhouder wint!

_______________________

Voor de context en de vele bezwaren vanuit de groen- & natuursector verwijzen we naar u de 2 artikels die vorig jaar in ons vakblad Groencontact hieromtrent verschenen. Ook de link naar de integrale tekst van deze wet vindt u hieronder.

Groencontact

ons magazine

Het Groencontact magazine verschijnt 5 maal per jaar en is hèt vakblad over groenvoorziening, openluchtrecreatie, ruimtelijke ordening en steden-bouw, landschapszorg en natuur.

VVOG dankt zijn sponsors