Succes kent vele vaders
VVOG bestaat dit jaar 50 jaar, maar waarschijnlijk heb je dit al wel ergens vernomen. 50 jaar lang zoeken we samen op welke manier we het publiek domein kwalitatief kunnen vergroenen. Ik was er niet bij destijds bij de start, U waarschijnlijk ook niet. We moeten wel langer werken, maar 50 jaar is nu toch wel heel lang.
Maar laat ons even met de ‘teletijdmachine’ van professor Barabas ons verplaatsen naar die tijdsgeest. 1974 was het jaar van het Watergate-schandaal, de Anjerrevolutie in Portugal en de doorbraak van ABBA. Dit alles heeft natuurlijk weinig met openbaar groen te maken. Maar wat lees ik ook in de beschikbare overzichten? 1974 was ook het jaar van de ‘Wiener Internationale Garten schau’, met zowat 2,6 miljoen bezoekers! Een teken aan de wand dat openbaar groen en tuinen in die periode een topic geworden waren in Europa. Tegen deze context mogen we stellen dat in Vlaanderen ook lokale ‘groendiensten’ werden opgericht. Een nieuw beleidsdomein was geboren!
Ook de academische wereld zat toen niet stil en hield in die periode een interuniversitair congres: “Naar een groenstrategie voor Vlaanderen: 1e Vlaams Wetenschappelijk Kongres over groenvoorziening”. Daar is de idee gegroeid om een vakorganisatie te starten. Er was heel veel overtuiging om met 7 stichtende leden te starten. De ‘Vereniging Voor Openbaar Groen’ was geboren. Maar nieuwe beleidsdomeinen vragen natuurlijk ook een bevoegd schepen. Ook voor deze schepenen was het even zoeken. Een goed uitgebouwde vakorganisatie, VVOG, moest richting geven. Ik denk dat het een understatement is om te stellen dat dit beleidsdomein niet bijzonder populair was. Er wordt soms gefluisterd dat dit een rest-bevoegdheid was, die je er als schepen zomaar bij kreeg. Maar dat is misschien een beetje stout!
Soms probeer ik mij in te beelden wat een groenbeleid destijds inhield? Kort geschoren gras, één jarigen, wat bomen, voetbalgras en een paar struiken. Of maak ik er nu helemaal een karikatuur van?
Waarschijnlijk wel, maar toch. Wat ik wel weet is hoe het nu zit, anno 2025. Bij de nieuwe bestuursploegen stellen wij iets helemaal anders vast. Hadden we vroeger maar één schepen van openbaar groen, soms per ongeluk, dan zien we bij het toekennen van de beleidsdomeinen, dat dit beleidsdomein meer en meer verdeeld wordt over verschillende schepenen. Een schepen voor openbare werken, klimaat, natuur, plattelandsontwikkeling, stadsontwikkeling, biodiversiteit, begraafplaatsen, … Allen zijn ze verantwoordelijk voor een klein deel van die openbaar groen-puzzel. Dit maakt het voor de groenverantwoordelijken niet altijd gemakkelijk.
Maar openbaar groen is hot! Zoals in de ambitienota uitgebreid beschreven, kun je openbaar groen ook linken met vele andere domeinen. Openbaar groen maakt een verschil op vlak van klimaat, gezondheid, toerisme, woonkwaliteit, commercieel centrum, sociale gerechtigheid. Maar openbaar groen kunnen we ook inzetten voor citymarketing en de identiteit van onze stad, wat misschien minder voor de hand liggend is.
Wordt openbaar groen nu een containerbegrip dat je overal meeneemt in je beleid zoals duurzaamheid? Misschien wel, overal zijn er inderdaad wel opportuniteiten. Laten we die ook gebruiken. Gelukkig is openbaar groen dan geen onderdeel meer van één schepen, maar nemen verschillende schepenen dit ook mee in hun beleid. Dit zou mooi zijn. Het volledige schepencollege draagt dit verder uit. Of zoals de schepen van Oostende hier verder stelt “Groenbeleid is de sleutel voor een leefbare stad”.
Als bestuur of als schepen kun je ook heel gemakkelijk scoren met openbaar groen-projecten. De burger prijst meestal investeringen in openbaar groen. Dit in tegenstelling tot mobiliteit, waarbij er veel meer controverse en discussie rond is, bij elke verandering opnieuw. Of zoals men het met een boutade stelt ’Succes kent vele vaders, maar tegenslag is meestal wees’. Ik kan er perfect mee leven, dat men succes deelt. Lokale besturen moeten uitpakken met hun succes. Daarvoor zijn onder meer de Openbaargroen-awards in het leven geroepen.
We mogen allemaal wel een beetje ‘vader’ zijn en openbaar groen meenemen in elk beleidsdomein. Maar laat ons ook rekening houden met de conclusie van het onderzoek van de Universiteit Antwerpen i.v.m. ‘Welke factoren sturen het beslissingsproces’ (zie verderop).