Ik wil evenveel rechten als de bij
Bij het begin van dit nieuwe jaar mogen we niet te nostalgisch beginnen doen, maar honderden, duizenden jaren geleden leefden wij in Vlaanderen in harmonie met de natuur. Wilde dieren, planten en bomen maakten perfect deel uit van onze habitat. Sterker nog, onze levenskwaliteit was rechtstreeks afhankelijk van de fauna en flora in onze directe omgeving. Onze voorouders leefden van de ‘jacht en visvangst’ staat er in onze geschiedenisboeken. Wie heeft dit niet geleerd?
Daarna kwam de landbouwsamenleving en kregen we de industrialisering. Telkens dachten we onafhankelijker te worden van onze omgeving. Er is zelfs een hele periode geweest dat wij dachten onze omgeving: milieu, klimaat, inrichting van het landschap, … volledig te kunnen plannen. Onder tussen zijn we, mede door de klimaatverandering, al wat ontnuchterd.
En toch, welke groenmedewerker kreeg nog nooit een klacht binnen i.v.m. de overlast van fauna of flora? Wil je voorbeelden? Kwakende kikkers, rovende aalscholvers en reigers, ontlasting van duiven op grafstenen, vervelende meeuwen, knagende bevers, kip-bedreigende vossen, wroetende everzwijnen, …. Maar ook de flora zorgt voor overlast zoals bladval en glijgevaar, lang gras en tekenrisico, stuifmeel en allergieën, …
En ik kan zo wel doorgaan… De klacht, het gevoel van overlast moeten we steeds au-serieux nemen. We zijn het als overheid verplicht. Maar hoe er op reageren?
De oplossingen die naar voor geschoven worden zijn niet altijd in het voordeel van de natuur. We doen soms mee aan een soort bedieningspolitiek. We schrappen een poel bij een nieuw ontwer p, een boom wordt levensbedreigend gesnoeid, grotere omheiningen, ons gamma bomen wordt beperkter, we schakelen jagers in, … Maar is dit op termijn verder houdbaar?
Op COP15, de conferentie van de Verenigde Naties over biodiversiteit werd eind ’22 een overeenkomst gesloten. De uitrol ervan komt sowieso vroeg of laat terecht bij de lokale besturen. Ook op Vlaams niveau ziet men enige kentering. Het ‘Vlaams actieplan wilde bestuivers’ is hiervan een mooi voorbeeld. Bij onze openbaargroen-awards deden een 90-tal gemeenten mee voor een ‘bijenvriendelijke gemeente’. Daar nemen lokale besturen steeds meer het heft in handen. En met succes want de burgers volgen vlot….
Maar hebben bijen nu zo’n grote aaibaarheidsfactor? Ze kunnen toch ook mensen steken en er zijn toch ook mensen met ernstige allergieën? Waarom lukt dit hier wel? Geeft dit geen inspiratie voor bevers, kikkers, aalscholvers, duiven, meeuwen, bevers, vossen, everzwijnen, … ? Wellicht wel …
Wat is dan het succes? De geïntegreerde aanpak is het duidelijkst. Het is een pakket van communicatie, educatie, aantonen van de noodzakelijkheid van bestuivers, Vlaamse ondersteuning, politieke-ambtelijke overtuiging, … We zetten zo sterk hierop in, we creëren een sfeer, dat het als het ware bijna gênant wordt als je niet meedoet. Is dat niet ‘the way to go’?
Een positieve ondersteunende houding en aanpak, met evenveel rechten voor alle diersoorten. Gecontroleerde stimuli voor soortenontwikkeling. En ja, soms moeten we als lokaal bestuur eens durven ingrijpen, want de predatoren ontbreken soms. Het ingrijpen is op zich geen probleem, als de grondhouding maar positief is.
Op naar een natuurinclusieve samenleving!